Vandaag staat in het teken van de kleine heivlinder. De kleine heivlinder is een beetje een saaie vlinder qua kleuren en komt alleen nog op het Kootwijkerzand voor. Zeer recentelijk (afgelopen vijf jaar) is de kleine heivlinder uit grote delen van de Veluwe verdwenen. Hij staat dan ook op de nominatie om helemaal uit Nederland te verdwijnen. Zo ver is het gelukkig nog niet. Kleine heivlinder De kleine heivlinder vliegt rond eind juli-half september in één generatie. Dus vandaag zou een perfecte dag zijn om deze soort te zien. De afgelopen dagen zijn er al meerdere exemplaren waargenomen. Om half zeven heb ik bij Jacob afgesproken. Onderweg er naar toe, nadat ik getankt heb, begint er in mijn auto een lampje te flikkeren die dit normaal niet doet. Ook begint de auto wat te stotteren, geeft niet lekker gas meer. Al met al is de conclusie snel getrokken, er is iets niet pluis!!. Ik leg Jacob het probleem voor en geef aan dat het mij niet verstandig lijkt in deze auto richting de Veluwe te rijden. Gelukkig denkt Jacob hier hetzelfde over en nadat we mijn auto weer thuis gebracht hebben rijden we in Jacob zijn auto richting Kootwijkerzand. We weten de locatie van de kleine heivlinder, maar over het hoe en waar we moeten parkeren is ons niet bekend. Volgens berekeningen moeten we een behoorlijk eind lopen. Na iets meer dan anderhalf uur komen we aan bij het Kootwijkerzand. We kunnen mooi aan de rand van de grootste West Europese zandverstuiving onze auto kwijt en de kleine heivlinderplek is volgens google maps niet ver van de parkeerplaats, wat een meevaller. Als we de auto uitstappen horen we een Glanskop veel kabaal maken. We lopen rustig naar de kleine heivlinder plek. Het is, ondanks de goede voorspellingen, nog behoorlijk bewolkt. Maar nadat een “gewone” heivlinder mij uitkiest als rustplaats groeit het vertrouwen dat de kleine heivlinder zich ook wel laat zien. Niet veel later vliegt er inderdaad een kleine heivlinder om ons heen. Hij gedraagt zich als een “normale” heivlinder, maar is ietsje kleiner en donkerder, grijzer en saaier. Maar desalniettemin de doelsoort voor vandaag is binnen. Even later zien we er nog twee vliegen.Verder zien we nog een paar hooibeestjes, twee boomleeuwerikken, twee overvliegende kruisbekken en goudvinken. Dit is het wat betreft de waarnemingen op de verder toch wel saaie zandvlakte. klokjesgentiaan met eitjes van het gentiaanblauwtje Omdat onze missie wel heel snel geslaagd is, hebben we tijd over. Wat gaan we nu doen? We steken de koppen bijelkaar en besluiten weer terug te gaan naar ons Heitelân. We gaan proberen om bandheidelibellen (banhopke op z’n Fries) te vinden in de omgeving van Noordwolde/zandhuizen. Hier lopen een paar mooie langzaam stromende beekjes die er goed uit zien voor deze soort. De bandheidelibel wordt zeer sporadisch in Friesland gezien, dus het zou mooi zijn om een populatie te vinden, wie weet. Na bestudering van het atlasblok lopen we een stukje bos in richting een beekje. Dan komen we op een open plek met een stukje natte heide. We lopen wat dichterbij en zien al gauw dat hier heel veel gentiaanklokje bloeien. Er vliegen veel heidelibellen en vlinders rond, waaronder een aantal icarusblauwtjes. Tiijgerspin Ondertussen bekijken we de gentiaanklokjes met onze verrekijkers, je weet het nooit. Dan roept Jacob, een wit vlekje hier! We kijken allebei goed en zien inderdaad een aantal eitjes van het gentiaanbauwtje. Na wat gerichter zoeken vinden we tientallen eitjes. Dit betekent dus een 2e populatie van de uitstervende gentiaanblauwtjes in Friesland, dit terwijl er overal geschreven wordt dat het gentiaanblauwtje in Friesland geen populatie meer heeft. Een maand eerder vond Jacob namelijk op een andere locatie ook een populatie vanhet gentiaanblauwtjes. De dag kan zeker niet meer kapot. De zoektocht naar de bandheidelibel heeft helaas niets opgeleverd. Maar is het niet dit jaar dan wellicht volgend jaar dat er van deze soort ook een populatie in Friesland gevonden gaat worden. We zien nog een tijgerspin rustig inzijn web zittend. Dan vertrekken we richting het Fochteloerveen waar we hopen de noordse glazenmaker (libel) te vinden. Helaas zullen we deze soort vanwege veel bewolking niet vinden, wel zien we nog twee slangenarenden en horen we een kraanvogel roepen. Twee levendbarende hagedissen kruisen ons pad. Na korte tijd houden we het voor gezien omdat het wel heel druk is op het veen, fietsers, vogelaars, fietsers en nog eens fietsers. Het maakt het er niet leuker op om hier rond te lopen. We besluiten naarBakkeveen te gaan, wellicht dat we daar nog een noordse glazenmaker kunnen vinden. We zien veel paardenbijters, een aantal blauwe glazenmakers en een venglazenmaker, maar de mysterieuze Noordse laat het ook nu weer afweten. Ik ben nu al drie jaar bezig om deze soort te zien te krijgen, maar tot op de dag van vandaag is het nog steeds niet gelukt. Deze soort vliegt nog wel tot in september, dus als het wat mooi weer blijft moet ik het de komende weken nog maar een paar keer proberen. De aanhouder wint!!
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Berichten 2011Laatste vogeluitje en korte résume 2011 Archief
December 2011
|