Vandaag afgesproken met Andries Zijlstra om de naar de punt van Reide (Termunten) toe te gaan om de, tijdens de ToH vogeldag ontdekte, Woestijnplevier op te zoeken. Het zou voor ons allebei een nieuwe soort betekenen. Mijn voorstel is om hier lekker vroeg heen te gaan. Zo gezegd zo gedaan, vijf uur staat Andries voor de deur met de spreekwoordelijke slaap nog in de ogen. Woestijnplevier Andries heeft z’n telefoon middels Googlemaps ingesteld. Hoe hij dit gedaan heeft weet ik niet, want de rpute gaat via allemaal smalle kronkelweggetjes door het Groningse platteland. Maar eerlijk is eerlijk, Googlemaps brengt ons tot op de centimeter nauwkeurig op de plaats van bestemming. We stappen uit en merken dat het toch behoorlijk koud en winderig is aan de rand van Nederland. We lopen de dijk op en binnen een paar seconden roep ik, hé Andries, daar staat ie! Ja hoor, de Woestijnplevier staat rustig op het dijkje. Het lijkt wel of wij hem wakker maken. We feliciteren elkaar met een nieuwe soort er bij. De dag kan al niet meer kapot. Na een tijdje van de Woestijnplevier te hebben genoten, gaan we naar de hut van de Breebaartpolder waar gisteren door Rommert een Terekruiter is ontdekt. Ook zijn er meerdere Breedbekstrandlopers gezien. Alles dat we zien, maar geen Terekruiter. Wel zien we aan de linkerkant van de hut een grote groep steltjes. Helaas staan deze net iets te ver om goed te kunnen bekijken. Ondertussen hebben we gezelschap gekregen van Alwin van Lubeck en de gebroeders Brinkhuizen. Ze zijn ook op zoek naar de Terek. We spreken af dat we ons gaan verspreiden. Andries en ik lopen via de Noordkant naar de dijk. Hier zien we de groep steltjes ook beter. We checken de groep en zien een slapende Breedbekstrandloper. Als even later de groep weer opvliegt en een paar tellen later weer landt zien we de Breedbek beter. Vanaf de dijk zien we in ieder geval geen Terekruiter. We besluiten om de Woestijnplevier nog even te bekijken. Het beestje eet continue, waarschijnlijk om op korte termijn de reis naar “huis” te ondernemen. Alwin van Lubeck en de gebroeders Brinkhuizen gaan naar een plek waar heel veel steltjes lopen en wij besluiten om via de Westerbroekstermadepolder naar het Lauwersmeer te gaan. Via wat omwegen en een defecte brug, komen we aan bij de Westerbroekstermadepolder. Maar hoe komen we er in? Er staan allemaal hekken met dikke sloten er omheen. Vanaf de weg zien we veel Geoorde fuutjes zwemmen. Andries belt Folkert Jan om te vragen waar we er in moeten. Hij neemt niet op. Ook Rommert neemt niet op. Dan maar richting Lauwersmeer. Ondertussen hebben we een telefoontje gekregen van Alwin dat ze na duizenden steltjes checken eindelijk de Terekruiter hebben gevonden. Ik vertel hem dat we niet weer richting Noord Oost Groningen gaan. Andries en ik hebben allebei al een keer of vaker een Terekruiter gezien. We bedanken Alwin voor het belletje en rijden richting de Lauwers. Nabij Vierhuizen zien we een vrouwtje Grauwe Kiekendief laag over vliegen. Bij het Jaap Deensgat zien we nog twee Noordse Kwikstaarten. Verder is er, vanwege de kou en harde wind, weinig tot niets te zien. We gaan op zoek naar de Morinellen van de Anjumer en Lioessenserpolder. Aan het eind van het betonpad zetten we de auto neer en het eerste dat we zien is een Smelleken op korte afstand. Binnen een paar seconden vliegt deze weg en strijkt 100 meter verder weer neer op de akker. Van de Morinellen echter geen spoor. Dan nog maar even naar de Keeg. Hier zien we nog een paar Krombek- en Kleine strandlopers. Het is mooi geweest voor vandaag, we gaan naar huis. Grote Franjepoot @Andries Zijlstra ’s Avonds sta ik in de keuken eten te koken, als ik een telefoontje krijg van Jaap Liefting dat hij waarschijnlijk een Grote Franjepoot in beeld heeft in de Keeg, maar dat hij toch nog twijfelt omdat hij op het moment alleen in de hut staat. Samen met Jaap neem ik de kenmerken van de vogel door en heb al snel in de gaten dat het toch wel een Grote Franjepoot moet zijn, een adult vrouwtje. Ik stel voor dat ik de vogel piep en dat er dan snel vogelaars aanwezig zullen zijn. Zelf kan ik nog niet weg, de kinderen zijn ergens in huis, Anita is nog niet thuis en ik ben bezig met het eten. Om kwart over zes komt Anita thuis. Ik vertel haar kort het verhaal van de Grote Franjepoot en draag het eten aan haar over. Ik geeft iedereen een kus, wens de kinderen een goede nacht en voor ik het weet zit ik weer in de auto op weg naar de Keeg. Onderweg krijg ik nog een telefoontje van Jaap dat het zeker een Grote Franjepoot is. Ook Martin Olthof piept al dat de determinatie zeker is. Aangekomen in de Keeg Noord, zijn Andries en Rick ook al te plaatse. Ze vertellen dat de vogel mooi te zien is. Ja hoor, een Grote Franjepoot. Wat een mooie vogel. Ik heb deze vogel één keer eerder gezien bij het Oude Robbengat. Deze zat heel ver weg en liep continue in greppels. Het vrouwtje van de Keeg laat haar echter heel mooi bekijken, wat een kleuren en dat een snaveltje, geweldig. Voor mij een nieuwe Friese soort, nummer 299. Welke soort zal nummer 300 gaan worden? We zullen het zien. Ondertussen is het al aardig druk geworden in de Keeg. Ook weet ik dat er nog een aantal vogelaars, waaronder in ieder geval Vincent, Durk en Harm, onderweg zijn. Jammer genoeg moet ik weer naar huis omdat Anita vanavond nog weg moet. Jaap “de ontdekker” Liefting vraagt of hij mee mag rijden naar Hurdegaryp. De vouwfiets wordt achterin gegooid. Onderweg praten we over de ontdekking. Ik zet Jaap af bij het station van Hurdegaryp en ben precies om kwart voor acht weer thuis. Op dat moment gaat Anita weer weg (de basis voor een goede relatie J). Wat een dag!!!
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Berichten 2012Resumé 2012 Archief
December 2012
|