Vandaag staat er samen met Jacob een tripje naar Limburg op de agenda. Waarom Limburg? (normaal kom ik Friesland bijna niet uit :)) Omdat er namelijk nog een paar dagvlindersoorten aan de levenslijst toegevoegd moeten worden. Deze vlinders komen alleen voor in het zuidelijkste puntje van Nederland en dan met name de Sint Pietersberg bij Maastricht. De doelsoorten zijn met name de Veldparelmoervlinder (vliegtijd eind mei en begin juni), Klaverblauwtje, Bruin dikkopje en het Kaasjeskruiddikkopje. Misschien dat we het Boswitje en een libel, de Plasrombout nog mee kunnen pikken. Maar we gaan natuurlijk niet alleen voor de Vlinders richting Limburg. Als we toch die kant uit gaan kunnen we ook wel een paar leuke vogelsoorten meepikken. Waaronder de Orpheusspotvogel en de Grauwe Fitis. Beide soorten heb ik nog niet in Nederland gezien. De planning van vandaag is dan ook om vroeg te beginnen voor de vogels en zodra het zonnetje begint te schijnen gaan we naar de Sint Pietersberg. De voorspelling is namelijk dat de zon in de loop van de dag volop gaat schijnen. Om iets voor vieren, na een veel te korte nachtrust, is Jacob bij me. Na een voorspoedige rit, waarbij we onderweg nog een Ransuil tegen komen, arriveren we om iets over zessen op de plek van de Grauwe Fitis. Het waait stevig en het is best koud voor de tijd van het jaar. We horen al snel het hoge schelle geluid van een IJsvogel en niet veel later vliegt hij ons voorbij. Zijn partner volgt niet veel later. Dan horen we de zang van de Grauwe Fitis. Nu nog even zoeken waar hij zit. De vogel gaat gelukkig in een kale boom zitten zodat we hem mooi kunnen bekijken. Hij zingt continue. De dikke wenkbrauwstreep en het kleine vleugelstreepje kunnen goed waargenomen worden. Na nog even gesproken te hebben met de ontdekker van deze vogel gaan we op zoek naar de Europese kanarie. Deze zit op nog geen halve kilometer van de Grauwe Fitis. We rijden met de raam open naar de plek en nog voordat we de auto stil zetten, horen we het vluchtroepje van de kanarie. Niet veel later zien we hem mooi vrij boven in een struik zitten. Jacob maakt nog een paar geluidsopnamen en dan gaan we richting de Roodmus in Montfort. Bedankt Cock, hier hadden we in de eerste instantie niet aan gedacht. Roodmus De plek van de Roodmus hebben we snel gevonden. Er staan al een aantal fotografen naar een boom te kijken, dus daar zal de mus wel zitten. We lopen er naar toe, maar de Roodmus is net weggevlogen. Maar hij komt zo wel weer terug verzekeren de mannen. Inderdaad, niet veel later komt de mus aanvliegen en gaat weer in het boompje zitten. Hij laat zijn luide zang “please to meet you” horen. Wat een schitterend beest en ook totaal niet bang. De mus vliegt continue naar een aantal vaste plekken van waar hij zijn zang weer laat horen. We maken nog een aantal foto´s en gaan dan op weg naar de laatste vogel doelsoort, de Orpheusspotvogel nabij Valkenburg. Ook deze vogel werkt zeer goed mee. Hij laat z´n snelle en variërende zang bijna continue horen. Er zijn vogels die het geluid van andere vogels na doen, maar o.a. deze soort, en de gewone Spotvogel, spannen toch wel de kroon. We horen heel veel andere vogelgeluiden in de zang van de Spotvogel, met natuurlijk ook het regelmatige terugkerende musachtige getjilp. Op de achtergrond horen we nog een roepende Wielewaal en een zingende “gewone” Spotvogel. Zo, het is nu negen uur en de vogels zijn binnen. Dit gaat wel heel voorspoedig. We kijken naar de lucht en zien dat het nog steeds zeer grijs bewolkt is. Het waait nog stevig en het is best fris. Wat gaan we doen? We besluiten om de Sint Pietersberg te inspecteren en zodra de zon dan begint te schijnen, weten we precies waar we moeten zijn. Klaverblauwtje We beginnen bij het Poppelmondedal waar we een roepende Groene specht horen. We lopen zo alle plekjes langs waar eventueel de dikkopjes en de Veldparelmoervlinder kunnen zitten. Logischer wijs zien we dankzij het weer helemaal niets, behalve dan een Blauwe Breedscheenjuffer. Op de parkeerplaats bij de ENCI groeve zien we nog een aantal Lantaarntjes en Watersnuffels in de begroeiing zitten. Dan horen we een roepende Slechtvalk. Die zal vast in de die hoge toren zitten. Na een korte scan vinden we ongeveer halverwege inderdaad een Slechtvalk. Leuk allemaal, maar we hebben nog steeds geen vlinder. Nou ja, geen vlinder, we vinden drie Icarusblauwtjes in de begroeiing. We horen en zien nog een paar Groene Spechten, maar daar doen we het niet voor. Wat gaan we doen? Buienradar geeft aan dat het voorlopig bewolkt blijft, dus nog geen zon. We gaan naar de plek van de Klaverblauwtjes. Mogelijk zitten die net als de Icarusblauwtjes rustig in de begroeiing en hebben we geluk dat we zo een paar vinden. De plek van de Klaverblauwtjes hebben we snel gevonden. Een paar mooie veldjes met veel kruiden en bloemen. Wat ook opvalt zijn de vele niet natuurlijke paden door de veldjes. Zo jammer. Jacob en ik gaan allebei een kant uit in de hoop er één te vinden. Na ongeveer drie kwartier en zowat het laatste stukje dat nog gecheckt moet worden, roept Jacob “bingo!” Eén Klaverblauwtje zit rustig, net als Icarusblauwtjes in de begroeiing. Dit Hadden we net even nodig. We zagen bijna letterlijk de bui alweer hangen (ondertussen druppelt het wat). Wel merken we dat het warmer begint te worden. De wind neemt af en het wordt iets helderder. We gaan weer terug naar de parkeerplaats bij de ENCI groeve. Bruin dikkopje Na wat oponthoudt vanwege een loopwedstrijd, arriveren we op de parkeerplaats. Het druppelt zeer licht, maar ondertussen is het ook iets warmer geworden. De zon doet z´n best om door de wolken heen te komen. Dit merken we gelijk, er vliegen een aantal Grote Keizerlibellen en Gewone Oeverlibellen. Ook de juffers laten zich in redelijke getalen zien. We zien een Vals Witje, een nachtvlinder die ook alleen maar in Limburg voorkomt. Jacob gaat het veld checken voor de Veldparelmoervlinder en ik zoek rond de parkeerplaats naar de Bruindikkopje. Na een half uurtje belt Jacob dat hij nog niets heeft gevonden. We spreken af dat we naar een andere plek toe gaan. Ik stop de telefoon weer in mijn zak en zie vanuit mijn ooghoek een dikkopje vliegen, het zal toch niet? Ja hoor, een Bruindikkopje! Wel een beetje afgevlogen, maar daarom niet minder mooi. Ik bel gelijk Jacob en korte tijd later heeft hij de vlinder ook in het vizier. Zo, dat is doelsoort nummer twee die we kunnen afstrepen. We lopen nog één keer de Sint Pietersberg rond, maar op twee Vals Witjes na, vinden we niets. Het is ondertussen half vier. De lucht is weer wat grijzer geworden en buienradar zegt dat de zon zich zeer waarschijnlijk ook niet meer laat zien vandaag in Limburg. We besluiten om toch nog de Veldparelmoervlinder op te zoeken. Er is nog een vliegplaats van de soort bij Bemelen. De plek hebben we, dankzij Jonathan Janse, snel gevonden. Bedankt Jonathan! We zien een vlinder vliegen, maar dit is geen parelmoervlinder maar een Kleine Vos. We zien het somber in. We gaan rustig zitten in het gras en nemen een hapje en een drankje. We zien en horen een aantal Groene Spechten en een overvliegende Slechtvalk. Na ongeveer een half uur zie ik links van me een vlinder voorbij vliegen, jawel een Veldparelmoervlinder. Hij vliegt de heuvel over en weg is ie. Niet veel later vliegt er opnieuw een Veldparelmoervlinder langs over het gemaaide pad en ook deze verdwijnt weer over de heuvel. Jacob en ik kijken elkaar aan, hoe is het mogelijk? Ook de derde doelsoort is binnen. Het is ook een compliment voor ons beide, langdurig zoeken en heel veel geduld heeft ons deze drie soorten opgeleverd. We hebben vandaag vier zeer zeldzame vlinders en vier algemene dagvlinders gezien (Icarusblauwtje, Geaderd Witje en Kleine Vos). Dit geeft wel weer hoeveel er vandaag vloog rond de Sint Pietersberg. Zeer opgelucht rijden we weer richting Friesland.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Berichten 2013Het jaar 2013 in vogelvlucht Archief
Januari 2014
|